Gemeenteraadsleden van D66, Hart voor Den Haag en de PvdA reizen de komende dagen naar Oekraïne. Ze gaan mee met een economische onderzoeksmissie die georganiseerd wordt door de NUCC (Netherlands Ukraine Chamber of Commerce). De missie heeft als doel om te onderzoeken hoe de wederopbouw van Oekraïne vorm kan krijgen als de oorlog met Rusland voorbij is.

Namens D66 reist Andrew van Esch naar Oekraïne. "Als stad kunnen we niet helpen met de oorlog", zegt het raadslid. "We kunnen wel helpen met de wederopbouw. De Marshallhulp hielp Nederland er weer bovenop na de Tweede Wereldoorlog. Straks is de beurt aan ons. Laten we de kracht van Den Haag gebruiken om Oekraïne te helpen." Constant Martini van Hart voor Den Haag en Samir Ahraui van de Partij voor de Arbeid gaan ook mee.

Vorig jaar heeft de gemeenteraad van Den Haag een motie aangenomen om een onderzoek te doen naar de mogelijkheid voor een wederopbouwproject in samenwerking met een stad in Oekraïne. Als internationale stad van Vrede en Recht wil Den Haag niet alleen recht spreken en voor vrede strijden, maar ook een bijdrage leveren aan de wederopbouw van Oekraïne. De eerste stap om te helpen met de wederopbouw wordt deze week genomen met het bezoek van de drie Haagse raadsleden.

De focus is gericht op Odesa, omdat deze stad veel overeenkomsten heeft met Den Haag. Zo zijn het beide grotere steden die bekendstaan om hun plek aan zee, hun rijke internationale cultuur en de belangrijke rol in de geschiedenis van de twee landen. Ook zullen de raadsleden praten met de burgemeester van Lviv, het bestuur van Lviv en Zjytomir, vertegenwoordigers van andere verschillende gemeenten en lokale Oekraïense ondernemers. Verder staat een gesprek met investeringsorganisatie UkraineInvest gepland en zijn de raadsleden bij de opening van het Nederlands-Oekraïens Tulpenfestival.